Het aanbod aan vrijetijsbestedingen is de voorbije decennia enorm uitgebreid. Ook cognitief nemen de mogelijkheden, o.m. onder invloed van de democratisering van het onderwijs, steeds maar toe. Dit betekent dat de zin om allerlei zaken te doen in de vrijetijd, aangewakkerd door de media, toeneemt: we (kunnen) genieten, hebben zin in een goede film, een goed boek, een fietstocht, een leuke uitstap, een citytrip, … De vraag is hoe verschillende vormen van cultuurparticipatie zich handhaven in deze evolutie? Recente ontwikkelingen en onderzoeksinzichten, vragen tevens om de uitbreiding van analysemodellen met indicatoren voor mediagebruik. Sommigen stellen dat online tijdsbesteding en multimediagebruik een mogelijke concurrentiebron vormen voor cultuurparticipatie. Anderen zien in het digitale aanbod van cultuur dan weer een mogelijkheid om drempels tot participatie te verlagen. De discussie over de verruimende dan wel concurrerende functie van online mediaparticipatie is evenwel nog niet beslecht.

Smits, Lievens en Scheerder gaven reeds een aanzet. Zij onderzochten op basis van de Participatiesurvey 2009 en 2014 reeds de mogelijke samenhang tussen verschillende uithuizige vormen van vrijetijdsbesteding. Ze stelden zich daarbij de vraag of groepen van mensen kunnen worden onderscheiden op basis van de mogelijke combinaties die ze maken in het sociale, culturele en sportieve aanbod, al dan niet in georganiseerd verband. In deze analyses werd mediagebruik evenwel nog niet betrokken.

Daarom zal door de vier onderzoeksgroepen verder op deze analyses gebouwd worden en zal op basis van de participatiesurvey de samenhang tussen verschillende vormen van vrijetijdsbesteding diepgaand onderzocht worden. Tevens zullen ook andere datasets benut worden om de samenhang en concurrentie tussen verschillende vrijetijdsbestedingen verder uit te diepen. Hiertoe zal intensief samengewerkt worden tussen de onderzoeksgroepen, maar tevens zullen zij specifieke klemtonen leggen:

  • Binnen de onderzoeksgroep CuDOS (UGent) zal de kunsten- en erfgoedparticipatie van Vlamingen gekaderd worden binnen de algemene vrijetijdsbesteding van Vlamingen, met bijzondere aandacht voor de rol van media en het participatiegedrag van kansengroepen. Voor deze analyses zal voornamelijk gebruik gemaakt worden van de participatiesurveys 2003, 2009 en 2014.
  • Binnen de onderzoeksgroep TOR (domein sociaal-cultureel werk, promotor Bram Spruyt) zal onderzocht worden welke patronen zich aftekenen in het deelnemen aan verschillende verenigingen en hoe deze patronen sociaal verankerd zijn. Zij gaan op zoek naar sociale clusters of groepen verenigingen waarvan de leden eenzelfde cultuur delen en de samenhang met enerzijds achtergrondvariabelen zoals onderwijsniveau, geslacht en leeftijd, anderzijds houdingen en opvattingen, uitdiepen.
  •  Binnen de onderzoeksgroep TOR (tijdsbestedingsonderzoek, promotor Ignace Glorieux) zal op basis van tijdsbudgetonderzoek gekeken worden naar de mate waarin cultuurparticipatie in concurrentie staat met andere activiteiten in het dagelijkse leven.
  •  Vanuit de onderzoekslijn media- en digitale participatie binnen de onderzoeksgroep SMIT zal ten eerste de link tussen gemedieerde en uithuizige cultuurparticipatie onderzocht worden en zal een antwoord gezocht worden op vragen als “In welke mate blijven uithuizige en gemedieerde cultuurbeleving complementair?, Treedt er, gezien de verdere digitalisering van het cultuuraanbod, een vervangend effect op?”  Een tweede link die zal onderzocht worden is degene tussen de mediarepertoires (zie ook luik omtrent participatie) van mensen en hun deelname aan lokale en uithuizige cultuurbeleving en lokale cultuurparticipatie.