Media vormen voor vele mensen een venster op de wereld waarin ze leven, een manier om deel te nemen aan en zich deel te voelen van een culturele gemeenschap. Het gaat hier om een vorm van participatie door de media: via mediaconsumptie nemen burgers – op gemedieerde wijze – deel aan het publieke debat en verwerven ze de mogelijkheid tot zelf-representatie en opinievorming in verschillende publieke sferen van het dagelijkse leven. Via media doen mensen bovendien aan virtuele cultuurparticipatie: cultuurbeleving via schermen, online consultatie van cultuurproducten, etc.

Naast participatie door de media onderscheiden we ook participatie in de media. Hier gaat het om deelname aan het productieproces van media-inhoud. Nu interactieve netwerktechnologie gebruiksvriendelijk is geworden en zeker in het Westen een hoge adoptiegraad kent – denk hier bijvoorbeeld aan sociale media zoals Facebook – wordt de verwachting gecreëerd dat deze vorm van participatie in de media veel meer ingang zal vinden. Het internet in haar vele uitingsvormen gaande van sociale media tot mobiele applicaties wordt zo een kanaal voor creatie van media-inhoud en culturele expressievormen.

Het onderscheid tussen participatie door en in de media vormt het vertrekpunt van het onderzoeksdomein media- en digitale participatie. Dit onderzoeksdomein wil meer inzichten bieden in de manier waarop mensen omgaan met media, als bron van informatie en cultuurbeleving en als kanaal om zelf inhoud en cultuurproducten te creëren en verspreiden. Evengoed hebben mensen nu makkelijker toegang tot online publicatiekanalen, maar leidt dit niet noodzakelijk tot een verhoogde participatie aan maatschappelijke debatten of productie van eigen inhoud. Hier wordt bovendien de convergentie tussen bepaalde aspecten van media- en cultuurbeleid merkbaar, want online platformen zoals Facebook geven mensen de mogelijkheid om op verschillende manieren te interageren en participeren met zowel media- als culturele actoren, en bovendien ook met elkaar.

Dit onderzoeksdomein omvat de onderzoekspakketten rond mediagebruik, -participatie en geletterdheid uit het voorgaande Steunpunt Media en de onderzoekspakketten e-cultuur en digitale participatie uit het voorgaande Steunpunt Cultuur. In het kader van het huidige kenniscentrum voorzien we een sterkere integratie van beide onderzoekspakketten. Het onderzoekspakket mediaparticipatie behandelt participatie door de media: de rol van nieuwsbeleving en gemedieerde cultuurbeleving als vormen van virtuele participatie. Het onderzoekspakket digitale participatie behandelt participatie in de media: online en sociale media als instrumenten om informatie en digitale content te creëren en te delen. Verder identificeren we ook een transversaal onderzoekspakket, media-repertoire dat relevant is voor zowel media- als digitale participatie.

Binnen deze onderzoekspakketten willen we in eerste instantie de eerste analyses die gebeurden op de participatiesurvey 2014 verder uitdiepen voor mediaparticipatie en digitale participatie (e-cultuur). Voor digitale participatie willen we ook verder inzetten op de trendanalyses op de participatiesurveys 2003-2009-2014. Zo kwamen er uit de eerste analyses van de particpatiesurvey 2014 reeds een aantal opmerkelijke resultaten naar voren die verder onderzoek vergen. Meer dan 80 percent van de 15-17 jarigen bleek bijvoorbeeld nieuws te ontvangen via Facebook, maar tegelijkertijd bleven ook televisie en radio zeer sterk aanwezig in hun nieuwsrepertoire. Dit beeld willen we verder verfijnen door analyses op week- en dagniveau uit te voeren, om te zien of hun nieuwsrepertoire (en dat van andere doelgroepen) zich anders manifesteert in hun dagelijks mediagebruik. Een ander voorbeeld is de blijvende kloof tussen hoog- en laaggeschoolden in het gebruik van media voor nieuws en cultuur alsook in de adoptie van participatieve media. Verdere analyses moeten ons toelaten hiervoor een verklaringsmodel te vinden.

 

OP1. Onderzoekspakket mediaparticipatie

Media vormen een venster op onze wereld, een manier om in contact te blijven met de maatschappij waarin we leven. Een mediavorm die hier een bijzondere rol in speelt is nieuws. Via het nieuws blijven burgers op de hoogte van wat er in de wereld gebeurt om niet afgezonderd te geraken. Zo “pluggen” ze zich via nieuwsmedia even “in” in wat er gebeurt in de grootschalige wereld en treden ze even in contact met de samenleving waartoe ze behoren. Nieuws levert vaak de onderwerpen van zowel het bredere maatschappelijke debat als van de gesprekken met collega’s aan de koffieautomaat. Dit creëert een vorm van samenhorigheid en collectiviteit.

Daarom vormt onderzoek naar nieuwsgebruik een eerste belangrijke focus binnen het onderzoekspakket mediaparticipatie. Vlaanderen kent geen toegewijde kwantitatieve meting van nieuwsgebruik en attitude ten opzichte van nieuws en journalistiek. Zowel in de SCV-studie als in de jaarlijkse Digimeter worden een aantal basisvragen omtrent nieuwsgebruik opgenomen, maar deze zijn beperkt en worden bovendien niet gelinkt aan verklarende socio-demografische factoren, smaakvoorkeuren, digitale vaardigheden, etc. Ook worden attitudes ten opzichte van journalistiek zoals vertrouwen en onafhankelijkheid niet meegenomen in deze studies.

Verder bouwend op de participatiesurvey 2014 willen we hier diepgaande inzichten genereren in de nieuwsbeleving van Vlaamse burgers als vorm van maatschappelijke participatie. Volgende vragen staan centraal:

·         Welke nieuwsbronnen consulteren Vlamingen? Anders gesteld, welke nieuwsmerken, online platformen en mediatoestellen gebruiken ze om het nieuws te volgen?

·         Zien we bepaalde nieuwsrepertoires – specifieke combinaties van nieuwsbronnen over verschillende merken, kanalen en platformen heen – opduiken? Kunnen deze gelinkt worden aan socio-demografische of andere indicatoren?

·         Hoe staan Vlamingen tegenover nieuws en journalistiek in termen van interesse, vertrouwen, verwachtingen, etc.?

Een tweede belangrijke focus omvat de cultuurbeleving via schermen. Media bieden immers de mogelijkheid om aan cultuurbeleving te doen zonder bij manier van spreken het huis te verlaten. Met de steeds meer doorgedreven digitalisering en bijhorende personalisering van media-inhoud, wordt ook het beschikbare cultuuraanbod steeds groter. Zeker voor jongere generaties kan dit een manier zijn om in aanraking te komen met cultuur. Anderzijds kan personalisatie ervoor zorgen dat mensen steeds meer in functie van de eigen voorkeuren kiezen, en dat in het overaanbod aan commerciële inhoud diepgaandere vormen van cultuur het onderspit delven. We trachten hiervoor een antwoord te vinden op volgende vragen: In welke mate worden traditionele en digitale media gebruikt om een verscheidenheid aan cultuurproducten te consumeren? Hoe belangrijk wordt mobiel internet in dit verhaal?

 

OP2. Onderzoekspakket digitale participatie

Binnen dit onderzoekspakket ligt de focus op het gebruik van digitale media als kanaal voor creatie en verspreiding van eigen inhoud, de zogenaamde gebruikersgegenereerde content. We benaderen deze thematiek vanuit het perspectief dat mensen steeds makkelijker beroep kunnen doen op digitale media om aan zelfpublicatie te doen: hun eigen inhoud of die van andere te verspreiden via hun eigen online kanaal (website, blog…) of via online platforms (sociale media, deelplatformen…). Eigen inhoud benaderen we hier in de brede zin om zowel meer minimalistische als meer maximalistische vormen van participatie te omvatten. Onder minimalistische vormen van participatie in de media verstaan we de meer alledaagse deelname in termen van delen van status of foto’s op sociale media, commentaar geven op nieuwsberichten, etc. Onder maximalistische vormen van participatie verstaan we het online zetten van zelf gemaakte verhalen, muziek, film en andere cultuurvormen. We hebben daarbij oog voor zowel het delen van eigen content als het delen van andermans content (wanneer informatie ‘viraal’ gaat), omdat we ook het delen van informatie kunnen beschouwen als een manier om zichzelf kenbaar te maken en zo deel te nemen aan het online publieke leven. Volgende vragen staan hier centraal: 

·         In welke mate worden digitale media gebruikt om zelf (culturele) inhoud te creëren en online te verspreiden?

·         Welke doelgroepen maken hier gebruik van? Kunnen we socio-demografische of andere indicatoren onderscheiden voor het al dan niet participeren in de media?

·         Wat is de rol van sociale media in mediaparticipatie? Zorgen deze wijdverspreide en makkelijke toegankelijke platformen voor een toename in participatie in de media?

 

OP3. Onderzoekspakket mediarepertoire

Een basisvereiste voor maatschappelijke participatie door en in media is uiteraard de toegang tot mediatechnologie en –inhoud. Daarom staat in dit onderzoekspakket de analyse van het mediarepertoire van de Vlaming centraal. In een samenleving met doorgedreven media-adoptie is het niet langer zinvol om uitspraken te doen over individuele mediavormen. We stellen immers een heel mediarepertoire samen, vaak sterk gepersonaliseerd, een selectie aan mediatoestellen en –inhoud die we naast elkaar gebruiken en samen onze mediabeleving vormgeven. Daarom focussen we in dit onderzoekspakket op het onderscheiden van de belangrijkste mediarepertoires onder de Vlaamse mediagebruikers. Verschillende elementen worden in deze analyse opgenomen: mediatoestellen, media-inhoud (smaakvoorkeuren merken en bronnen) en digitale platformen. Hier willen we complementair zijn met andere studies zoals de Digimeter die die mediagebruik bestuderen, maar sterk focussen op nieuwe en digitale media. Het doel om aspecten van mediarepertoire op te nemen in de Participatiesurvey is om ook linken te kunnen leggen tussen toegang en aspecten van participatie door en in de media. Dat uit zich in volgende onderzoeksvragen:

·         Welke mediarepertoires - combinaties van mediatoestellen en inhouden – kunnen we onderscheiden onder Vlaamse mediagebruikers? Welke combinaties komen meer voor dan andere?

·         In welke mate vormt iemands mediarepertoire een indicator voor diens graad van participatie in en door de media?

·         Kunnen we tegelijkertijd ook socio-demografische of andere indicatoren onderscheiden aan de grondslag van iemands mediarepertoire?