Uit de vorige participatiesurveys bleken reeds heel wat verschillen in participatie naar leeftijd van de respondenten. De gevonden verschillen kunnen evenwel zowel toe te schrijven zijn aan leeftijd- als generatieverschillen. In de verdere analyses willen we deze leeftijds- en generatieverschillen verder uitdiepen zowel op basis van trendanalyses op basis van de participatiesurveys 2003-2009-2014 als via andere beschikbare data. Binnen de verschillende onderzoeksdomeinen is er aandacht voor deze leeftijds- en generatieverschillen:

 

Kunsten en erfgoed

OP2. Uitdieping van de participatie van (jongere) generaties

In dit pakket wordt niet zozeer ingezet op vergelijking van generaties, maar op de uitdieping van een specifieke generatie: de jongeren van vandaag. Uit de participatiesurveys blijkt dat jongeren tussen 14 en 35 het breedste participeren en dat het aantal verschillende types van activiteiten waaraan zij deelnemen licht is toegenomen in de laatste 10 jaar. Tegelijkertijd blijkt dat recentere generaties over de voorbije tien jaar minder de stap zetten naar kunsten- en erfgoedparticipatie dan oudere generaties toen die dezelfde leeftijd hadden. De resultaten van de trendanalyses op de participatiesurveys 2003-2009-2014 nopen op een verdere uitdieping van de participatiepatronen van jongere generaties. Hierbij hanteren we zowel een extern vergelijkend perspectief (vergelijking met andere leeftijdsgroepen) als een intern vergelijkend perspectief (vergelijking binnen jongere generaties, bv. jongeren  in verschillende Europese landen, Vlaamse jongeren met verschillende participatieprofielen, met verschillende sociale achtergronden, …).

De vergelijking tussen recentere en oudere generaties zal gebeuren op basis van verdere analyses op de participatiesurveys. Voor de vergelijking binnen de recente generaties kunnen we eveneens gebruik maken van de participatiesurveygegevens, maar zal daarnaast onderzoek bij jongere populaties gebruikt worden:

·         Vergelijkende analyses tussen jongeren die wel en niet participeren aan kunsten en erfgoed (op basis van het Cultuureducatieonderzoek 2013)

·         Diepgaandere analyses van jongeren die participeren aan de meer klassieke kunsten (op basis van de publieksonderzoeken in concertzalen en het Concertgebouw Brugge in het bijzonder)

·         Vergelijkingen tussen jongere populaties in Europa (Eurobarometer-gegevens)

 

Verenigingsleven  

OP1.  Monitoring van deelname aan het verenigingsleven in Vlaanderen

OP4. Sociale participatie in een (super)diverse samenleving. Aandacht voor grootstedelijkheid en etniciteit via de studie van jongeren (op basis van de JOP-schoolmonitor 2013).

Op basis van SCV-survey brengen we de verschuivingen in deelname aan het verenigingsleven over een periode van 20 jaar in kaart. In het kader daarvan willen we binnen dit onderzoekspakket ook onderzoeken hoe leeftijdsverschillen in participatie aan verschillende types verenigingen geëvolueerd zijn over de tijd en of specifieke ontwikkelingen zoals deze naar meer fluïde of ad hoc engagementen aan jongere generaties kunnen worden toegeschreven.

Daarnaast wordt er binnen het onderzoek dat zal gevoerd worden naar participatie aan het verenigingsleven gefocust op de participatie van jongeren uit kansengroepen in grootstedelijke contexten. Hiertoe zal beroep worden gedaan op de JOP-schoolmonitor 2013, die werd verzameld via een samenwerkingsverband tussen de Steunpunten voor Beleidsrelevant onderzoek – Cultuur en Jeugd. In deze steekproef werd een oververtegenwoordiging van scholen uit Brussel (Nederlandstalig onderwijs), Gent en Antwerpen gerealiseerd. Scholenonderzoek heeft in deze context het grote voordeel dat de non-respons op het niveau van het individu zeer klein is.

 

Media- en digitale participatie

OP5. Mediawijsheid

Binnen het domein media- en digitale participatie komen leeftijds- en generatieverschillen aan bod binnen de verschillende onderzoekspakketten maar in het bijzonder binnen het onderzoekspakket mediawijsheid omdat deze zeer sterk generatie- en leeftijdsgebonden is.